Relance-uren in 2023-2025: de wet is aangenomen

Van 

In het kader van het sociaal akkoord 2023-2024 kondigde de overheid aan dat de relance-uren zouden worden uitgebreid. De wetgeving om deze maatregel uit te voeren, werd nu goedgekeurd.


Het wetsvoorstel van 26 juni 2023 tot verlenging van de relance-uren werd op 20 juli goedgekeurd tijdens de plenaire zitting van de Kamer van volksvertegenwoordigers. De wet moet wel nog worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Deze wet staat werknemers toe om tussen 1 juli 2023 en 30 juni 2025 120 uur vrijwillig over te werken naast de gewone 100 uur vrijwillig overwerk per jaar.

Net als gewone vrijwillige overuren worden deze relance-uren niet gerecupereerd en is hiervoor een voorafgaande schriftelijke toestemming nodig.

Deze relance-uren zijn voor beide partijen aantrekkelijker dan gewone vrijwillige overuren, omdat de relance-overuren geen recht geven op inhaalrustdagen of overloon en niet onderworpen zijn aan socialezekerheidsbijdragen, bedrijfsvoorheffing of personenbelasting. De werknemer krijgt zijn brutoloon dus rechtstreeks in zijn zak en de loonkosten voor de werkgever zijn lager. De belastingvrijstelling is echter niet van toepassing als de werkgever toch gewoon overloon betaalt voor een relance-uur. In dit geval wordt het volledige uur belast.

Welke werknemers mogen deze relance-uren presteren? 

Deze relance-uren mogen worden gepresteerd door werknemers in alle sectoren die onder de arbeidswet van 16 maart 1971 [1] vallen.

Wanneer moeten deze relance-uren worden gepresteerd?

Relance-uren worden opnieuw ingevoerd van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025:

  • in 2023 kunnen werknemers maximaal 120 relance-uren werken tussen 1 juli en 31 december 2023;
  • in 2024 mogen werknemers maximaal 120 relance-uren werken tussen 1 januari en 31 december 2024;
  • en in 2025 mogen werknemers tussen 1 januari en 30 juni 2025 maximaal 120 relance-uren werken.

Relance-uren moeten worden gewerkt tijdens de periode waarop ze betrekking hebben. Het is daarom niet mogelijk om een eventueel saldo van 120 relance-uren over te dragen van 2023 naar 2024 of van 2024 naar 2025, of na 30 juni 2025.

De 120 relance-uren kunnen worden gepresteerd vooraleer het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren is opgebruikt.

Wat zijn de voorwaarden voor het presteren van deze relance-uren?

De voorwaarden die nageleefd moeten worden, zijn de volgende:

  • De werknemer moet een schriftelijke overeenkomst sluiten met de werkgever voor een periode van maximum zes maanden, die zo vaak kan worden verlengd als de partijen dat wensen. Voor werkgevers aangesloten bij GROUP S is er een modelovereenkomst over de relance-uren beschikbaar. De overeenkomst moet uitdrukkelijk en voorafgaand aan de prestatie van relance-uren worden gesloten. In deze overeenkomst moet de werknemer duidelijk aangeven dat hij instemt met dit specifieke regime van relance-uren (met name het ontbreken van overloon en inhaalrustdagen).
  • De relance-uren mogen de grens van 11 uur/dag en 50 uur/week niet overschrijden. En als gevolg van de Europese grens van de arbeidstijd mag de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur niet meer dan 48 uur bedragen over een periode van 4 maanden. Daarom moet op elk moment kunnen worden gegarandeerd dat de arbeidstijd, overuren inbegrepen, over een periode van vier maanden gemiddeld niet meer dan 48 uur heeft bedragen.
  • Het toestaan van vrijwillig overwerk vormt op zich geen uitzondering op het verbod op nachtwerk, werk op zondag of werk op feestdagen. Hiervoor is een andere wettelijke toelating nodig.
  • Deeltijdse werknemers kunnen alleen relance-uren presteren wanneer zij de normale dagelijkse (9 uur) of wekelijkse (in principe 38 uur) grenzen overschrijden die gelden voor hun voltijdse collega's. Zolang zij deze grenzen niet hebben bereikt, zijn de uren die zij bovenop hun rooster presteren, overuren waarvoor specifieke regels gelden (betaling van een overloon als het aantal overuren zonder overloon wordt bereikt en sociale en fiscale aansprakelijkheid).
  • Er is geen overloon verschuldigd voor relance-uren.
  • De relance-uren worden uitbetaald op de betaaldatum, tegen het normale tarief (100%) en worden niet ingehaald.
  • De relance-uren worden niet in aanmerking genomen voor de naleving van de interne grens en voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd die gedurende de referentieperiode in de onderneming nageleefd moet worden.
  • Het basiscontingent van vrijwillige overuren (100 uur per jaar [2]) hoeft niet per se te zijn opgebruikt of zelfs maar te zijn aangebroken voordat de relance-uren worden gepresteerd. Dit betekent dat de werknemer en de werkgever kunnen overeenkomen dat de relance-uren voorrang hebben op alle andere vrijwillige overuren.
  • Het jaarlijkse plafond van 220 vrijwillige overuren, de som van het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren en het aanvullende contingent van 120 relance-uren, mag niet worden overschreden in elk van de perioden waarin de maatregel van toepassing is. Dit betekent:

- in 2023 mag de werknemer gedurende het kalenderjaar maximaal 100 vrijwillige overuren (basiscontingent) presteren en tussen 1 juli en 31 december 2023 maximaal 120 relance-uren;

- in 2024 mag de werknemer tijdens het kalenderjaar maximaal 100 vrijwillige overuren (basiscontingent) presteren en maximaal 120 relance-uren

- in 2025 mag de werknemer tijdens het kalenderjaar maximaal 100 vrijwillige overuren (basiscontingent) presteren en tussen 1 januari en 30 juni 2025 maximaal 120 relance-uren.

  • Er mag nooit een saldo van vrijwillige overuren (basiscontingent en aanvullend contingent overuren) naar het volgende jaar worden overgedragen. Zo begint een werknemer die in 2023 de limiet voor vrijwillige overuren niet heeft bereikt, in 2024 opnieuw met een nieuw plafond van 120 relance-uren en 100 vrijwillige overuren (basiscontingent). 

Sociale en fiscale vrijstelling voor de relance-uren

  • Er zijn geen RSZ-bijdragen verschuldigd op de relance-uren. Het loon voor de relance-uren hoeft niet te worden aangegeven in de DmfA volgens de RSZ-instructies.
  • De relance-uren zijn niet onderworpen aan bedrijfsvoorheffing of personenbelasting. Het bedrag van vrijwillige overuren staat vermeld op het formulier 281.10 of 20.
  • Aangezien de werknemer geen inkomstenbelasting hoeft te betalen op het loon dat hij voor de relance-uren ontvangt, tellen de relance-uren niet mee voor de vermindering van de belasting op overuren van de werknemer of voor de vrijstelling van de werkgever van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.
  • De vrijstelling van de relance-uren geldt per belastingplichtige, niet per werkgever. Een werknemer die in de eerste helft van 2024 voor werkgever A en in de tweede helft van 2024 voor werkgever B heeft gewerkt, krijgt dus geen vrijgesteld contingent van twee keer 120 relance-uren, maar slechts één vrijgesteld contingent van 120 relance-uren voor het jaar 2024. Elke werkgever moet dus aan de vrijwillige werknemer vragen of hij in de loop van het jaar niet reeds relance-uren voor een andere werkgever heeft gepresteerd.
  • Als een werknemer ook een vergoeding ontvangt van de werkgever of een andere werkgever voor (300 tot 360) uur netto vrijwillig overwerk in de horeca, moeten de relance-uren die in hetzelfde jaar zijn betaald, van dit aantal uren worden afgetrokken.
  • Let op: de belastingvrijstelling geldt alleen als het loon voor het relance-uur niet hoger is dan het loon dat voor dat uur verschuldigd zou zijn als er geen sprake was van overwerk. Als de werkgever toch een gewoon overloon betaalt, wordt het relance-uur belast. Eventuele toeslagen voor werk op zondag, 's avonds enz. die in een arbeidsovereenkomst, arbeidsreglement of collectieve arbeidsovereenkomst zijn vastgelegd en die ook verschuldigd zijn als er niet wordt overgewerkt, worden niet als extra loon beschouwd.
  • Opgelet: de vrijstellingen van het overloon, van de RSZ-bijdragen, van de bedrijfsvoorheffing en van de personenbelasting zijn alleen van toepassing op de 120 relance-uren. Zij zijn niet van toepassing op het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren per jaar [3].

Het federaal parlement heeft het wettelijke kader goedgekeurd

Het wetsvoorstel werd op 26 juni 2023 ter bespreking en goedkeuring naar de Kamer van volksvertegenwoordigers gestuurd. Het voorstel werd op 20 juli 2023 goedgekeurd door het federaal parlement. Het moet wel nog worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Hoewel het wetgevend kader nog niet volledig is vastgelegd, aanvaarden de FOD WASO en de RSZ dat de relance-uren al vanaf 1 juli 2023 gelden.

Hieruit volgt dat de relance-uren nu al kunnen worden toegepast.

Bron:

Wetsontwerp van 26 juni 2023 tot uitvoering van het afsprakenkader in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2023-2024 (Parl. Doc. 55 3446/001, dekamer.be) goedgekeurd door het federaal parlement


[1] Alleen werkgevers en werknemers die vallen onder artikel 25 bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 kunnen een beroep doen op vrijwillige overuren (basis- en extra contingent). Dit zijn werknemers die door een werkgever tewerkgesteld worden, met uitzondering van:

  • het Rijk, de provinciën, de gemeenten, de openbare instellingen die eronder ressorteren en de instellingen van openbaar nut, behoudens indien zij tewerkgesteld zijn door instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen;
  • de familieondernemingen waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd;
  • het varend personeel van de visserijbedrijven en het varend personeel tewerkgesteld aan werken van vervoer in de lucht;
  • werknemers met een arbeidsovereenkomst als dienstbode;
  • de handelsvertegenwoordigers;
  • de huisarbeiders;
  • de artsen, veeartsen, tandartsen, geneesheren-specialisten in opleiding en de studenten-stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van die beroepen;
  • de door de Koning aangewezen werknemers die een leidende functie uitoefenen of een vertrouwenspost bekleden.

[2] Cao nr. 129 van 23 april 2019 met betrekking tot vrijwillig overwerk voegde nog eens 20 uur overwerk toe aan de gewone 100 vrijwillige overuren. Als een werkgever binnen de toepassing van cao nr. 129 valt, mag hij maximaal 120 uur vrijwillig overwerk per werknemer per kalenderjaar toestaan.

 

[3] De volgende regeling is van toepassing op het basiscontingent van 100 vrijwillige overuren:

  • deze uren worden uitbetaald op de betaaldatum, tegen het normale tarief (100%). Zij geven geen recht op inhaalrust,
  • deze uren geven recht op een overloon zodra zij de dagelijkse 9 uren of de normale wekelijkse arbeidsduur overschrijden die in de onderneming van toepassing is (in principe 38 uren). Dit overloon bedraagt 50 of 100 %, naargelang de overuren tijdens de week of op een zon- of feestdag worden gepresteerd,
  • deze uren komen niet in aanmerking voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur en 25 uren worden niet meegeteld in de interne grens. Een sectorale cao kan dit aantal tot maximum 60 uren verhogen,
  • deze uren zijn onderworpen aan sociale bijdragen, bedrijfsvoorheffing en personenbelasting. Onder bepaalde voorwaarden komen ze wel in aanmerking voor een gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor de werknemer en een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de werkgever, binnen de grenzen en voorwaarden van artikel 154bis en 272 WIB 92. De werkgevers van de non-profitsector met een sociale Maribel-vermindering en de werkgevers van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen hebben geen recht op de gedeeltelijke vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.